De Europese markt voor historisch vastgoed is veellagig: gevestigde regio's met duidelijke prijsstructuren staan naast over het hoofd geziene markten met onbenut potentieel. Een overzicht per land en regio.
In Nederland kenmerken verzorgde en beheerde landgoederen de landelijke regio's. Representatieve stadspanden met gebogen gevels (Herenhuis
) bepalen de stedelijke ruimte. De Nederlandse bouwcultuur ontwikkelde eigen stromingen – zoals de Nederlandse barok, herkenbaar aan subtiele nuances in verhoudingen en geveldetails.
In België onderhoudt men kastelen met Vlaamse grondigheid. Frankrijk verstaat de kunst van representatie. Loire-kastelen met mansardedaken en spiegelgalerijen, maisons de maître in Bordeaux met smeedijzeren balkons, Normandische manoirs met vakwerk, Provençaalse bastides en stedelijke hôtels particuliers – de Franse markt kent zijn codes.
In delen van Duitsland en Polen tekent zich een gemeenschappelijk cultureel vastgoedlandschap af: de Duitse en Poolse adel heeft herenhuizen en kasteelcomplexen nagelaten tussen Elbe, Oder en Wisła. Velen stonden decennialang leeg, sommige zijn inmiddels gerestaureerd, andere wachten nog op hun toekomst.
Tsjechië, bekend om zijn weelderige Boheemse barok, kent geen terughoudendheid – noch in architectuur noch in plafondhoogte. Slowakije, ooit oostelijke provincie van de Habsburgse monarchie, verbergt kleinere kasteelcomplexen die aan de snelle blik ontsnappen.
Oostenrijk koestert zijn traditie met Alpijnse grondigheid. Tussen Wenen en het Salzkammergut staan landhuizen en kastelen die getuigen van eeuwenlang beheer. De prijzen weerspiegelen locatie en staat van onderhoud – compromissen zijn zeldzaam.
Zwitserland biedt historische substantie in alle landsdelen: van Tessiner patriciërshuizen via Graubündense herenhuizen tot Vaudse kastelen aan het Meer van Genève. De markt is discreet, de objecten meestal in onberispelijke staat. Dat heeft zijn prijs.
Hongarije verrast met barokke overvloed. Buiten Boedapest staan kastélyok – landgoederen van de Hongaarse adel – die langzaam worden herontdekt. De restauratiekwaliteit varieert aanzienlijk, net als de prijsklassen.
De Baltische staten – Estland, Letland en Litouwen – bergen een vaak over het hoofd gezien erfgoed. Duits-Baltische buitenplaatsen en herenhuizen doorkruisen het Balticum. De markt biedt voordelen: minder concurrentie, ruimte voor onderhandeling, zeer goede subsidieprogramma's en een uitgesproken welkomstcultuur.
Het historische vastgoedlandschap van Spanje is veelzijdig. Voorbij de costa's en Mallorca onderscheidt de markt wat authenticiteit betekent en wat louter decor is. Van Galicië met zijn pazos en granieten muren via Castilië met statige stadshuizen en familiewapens tot Catalonië en Andalusië, waar weerbaarheid en schaal mediterrane lichtheid ontmoeten, toont Spanje zijn diversiteit.
Portugal beleeft zijn tweede lente. De quinta's in Alentejo en de Dourovallei trekken kopers aan die rust zoeken en azulejos waarderen. De prijzen stijgen, maar blijven onder die van de Iberische buren.
Italië is referentiemarkt voor historische panden. De
Noord-Italiaanse meren – Comomeer, Gardameer, Lago Maggiore – combineren Alpenlandschap met Belle Époque-villa's en hebben hun eigen prijsniveau. Toscane met zijn cipreslanen is allang merk geworden – met bijbehorende prijzen. Umbrië toont zich bescheidener, Apulië maakt met zijn trulli en masserie een transformatie door van utiliteitsbouw naar boutique-object. Sicilië verenigt Normandische paleizen, barokke stadshuizen en Liberty-villa's.
Het Verenigd Koninkrijk stelt eigen maatstaven. Schotse tower houses, Welshe manor houses, Engelse country estates – het spectrum is breed, de onderhoudsverplichtingen streng, de erfgoedvoorschriften precies. Listed buildings eisen respect voor de substantie en geduld met autoriteiten. De Britse markt is gevestigd en kent zijn spelregels.