Een gebruiksconcept voor een kasteel op het platteland
Kasteel Beesenstedt in de Saalekreis in Saksen-Anhalt, gebouwd in 1894 als landhuis van de industrieel Hermann Nette, en in 1915 uitgebreid met een tweede vleugel door de bekende architect Paul Schultze-Naumburg. Ooit logegebouw van de vrijmetselaars, werd het monumentale pand in 1996 in privébezit genomen en met een bijzonder indrukwekkend gebruiksconcept geëxploiteerd. Achter deze ontwikkeling staat een man met zijn team die meer is dan alleen eigenaar – hij is vormgever, gastheer en kasteelheer uit overtuiging.
Naast Kasteel Beesenstedt behoort ook het verder naar het noorden gelegen Krügersche Gut
tot zijn bezit. Omdat het succesvol exploiteren van een kasteel weinig ruimte laat voor een ander project, biedt hij Kasteel Preußlitz te koop aan – aan mensen met gevoel voor historische waarde en de moed om nieuwe ideeën te realiseren.
Inhoudsopgave
- Een plek die als thuis voelt
- Vrijheid op 7.000 vierkante meter
- Podium voor bijzondere belevenissen
- Een insider-tip met impact
- Samenwerken in plaats van tegenwerken
- Tussen dak, monument en doorzettingsvermogen
- Waarom juist hier?
- De nacht waarin het kasteel begon te stralen
- Wat blijft – en wat verandert
- Een plek die meegroeit
- Van dromen naar verantwoordelijkheid
- Zonder passie geen kasteel
- Wanneer mensen stil worden
- Hoe de regio het kasteel ziet
- Geen concurrentie – maar een alternatief
1. Meneer Mey, herinnert u zich het moment nog waarop u dit kasteel voor het eerst betrad? Wat raakte u toen – en wat overtuigde u om het te kopen?
Begin jaren 90 begon ik samen met mijn toenmalige partner kastelen en landgoederen in de nieuwe deelstaten te bekijken – er was toen een catalogus van de Treuhand waarin werkelijk elk object stond vermeld. We hadden er al een flink aantal bezocht toen we uiteindelijk in Beesenstedt aankwamen. Op het moment dat ik het kasteel betrad, voelde ik meteen een diepe vertrouwdheid. Het was alsof ik thuiskwam. Dat gevoel van verbondenheid raakte me enorm en was uiteindelijk doorslaggevend voor mijn beslissing om het kasteel te kopen.
2. Veel mensen dromen ervan een kasteel te bezitten – maar slechts weinigen maken die droom waar. Wat was uw motivatie om deze stap te zetten?
Voor mij was het het idee van vrijheid – niet in abstracte zin, maar heel concreet: 7.000 vierkante meter vol geschiedenis. Kasteel Beesenstedt is een uitzonderlijk gebouw, waarvan de uitbreiding in 1915 werd voltooid door de gerenommeerde architect Paul Schultze-Naumburg en dat is voorzien van indrukwekkende details – voor die tijd een waar meesterwerk. Ik ben gefascineerd door de hoeveelheid geschiedenis en karakter die in deze muren besloten ligt. De toenmalige eigenaars konden slechts drie jaar van deze architectuur genieten. Ik beschouw het als een groot voorrecht om op een plek te mogen wonen die niet alleen ruimte, maar ook tijd ademt – en om die bijzondere sfeer met anderen te kunnen delen. Dat was en blijft mijn drijfveer.

3. U heeft het kasteel als evenementenlocatie gevestigd. Wat voor soort evenementen vinden hier plaats – en voor wie is deze plek bedoeld?
Kasteel Beesenstedt is geen klassiek hotel, maar wordt exclusief in zijn geheel verhuurd voor evenementen. Op meer dan 7.000 m² biedt het landgoed 100 individueel ingerichte kamers, deels met eigen badkamer, een volledig uitgeruste bar, meerdere dansvloeren en een royale spa- en wellnessruimte met zwembad. Daarnaast beschikt het kasteel over verschillende historische zalen, sfeervol ingerichte lounges, vijf grote hallen op de begane grond en een wintertuin. Elk van deze ruimtes is uniek vormgegeven – sommige met originele open haarden, een vleugel, kunstwerken of bibliofiele collecties – en vormt zo het perfecte decor voor uiteenlopende evenementen.
Wij begeleiden regelmatig bruiloften, privéfeesten en familiebijeenkomsten. Maar ook gerenommeerde kunstenaars, musici en film- en theaterproducties – zoals Rammstein of Wim Wenders – hebben het kasteel al als creatieve retraite benut.
De afgelopen jaren merken we bovendien een groeiende belangstelling vanuit het bedrijfsleven: bedrijven als SumUp, DocMorris en de Boston Consulting Group zijn hier geweest en zelfs internationale hackers komen hier naartoe voor team-offsites. En niet in de laatste plaats heeft Kasteel Beesenstedt ook naam gemaakt in de internationale culturele scene – bijvoorbeeld met de “Burning Bär”, een Europese variant van het legendarische Amerikaanse festival Burning Man
.
Kasteel Beesenstedt is een plek voor mensen die op zoek zijn naar het buitengewone.
4. Een kasteel op het platteland verkoopt zichzelf niet. Hoe slaagt u erin om mensen uit heel Duitsland – of zelfs van verder – hierheen te halen?
Kasteel Beesenstedt is in de loop der jaren uitgegroeid tot een echte insider-tip. Wat mensen aantrekt, is de bijzondere sfeer: een paar dagen in een kasteel verblijven, door de historische ruimtes dwalen, jezelf verliezen in de architectuur en tegelijkertijd deel uitmaken van een bijzonder moment – dat is pure beleving, iets wat blijft hangen.
Dankzij regelmatige evenementen, persoonlijke aanbevelingen en niet in de laatste plaats ook door prominente gasten en internationale formats heeft Kasteel Beesenstedt inmiddels ver buiten de regio naam gemaakt.
5. Was er aanvankelijk scepsis in de omgeving? Hoe reageerden de regio en de gemeente op uw plannen?
Aan het begin was er zeker scepsis – wat begrijpelijk is bij een project van deze omvang en met evenementen op het platteland. Het was voor ons vanaf het begin belangrijk om de buurt en de gemeente erbij te betrekken. Bij film- of theaterproducties werd bijvoorbeeld regelmatig gezocht naar figuranten – of het nu voor scènes op de binnenplaats van het kasteel was, op de omliggende velden of in het bos. Veel van deze rollen werden vervuld door mensen uit het dorp en de regio.
Deze vorm van betrokkenheid werd zeer positief ontvangen: ze brengt leven in de gemeenschap en zorgt voor gespreksstof. Vandaag de dag is het kasteel een vanzelfsprekend onderdeel van het lokale leven. Of het nu een touringcar is of een luxe wagen – wie naar Beesenstedt komt, rijdt naar het kasteel.

6. Tussen monumentenzorg, brandveiligheid en budget – wat was tot nu toe de grootste uitdaging bij de ontwikkeling van het landhuis?
Met de monumentenzorg hadden we eigenlijk nooit grote problemen. We hebben de historische elementen ofwel voorzichtig gerestaureerd of gewoon gelaten zoals ze waren – precies zoals het bedoeld is. De monumenteninstanties zien dat we het serieus nemen en zijn blij dat er hier geen verval plaatsvindt, maar behoud met toewijding.
Anders is het bij de brandveiligheid – dat is een stuk lastiger. Moderne voorschriften botsen met oude muren en dan zijn vaak creatieve oplossingen nodig. Gelukkig zitten alle betrokken partijen aan één tafel en is er begrip voor het feit dat zo'n project niet uit de losse pols te realiseren is. Iedereen weet: hier gaan serieus veel geld en inspanning naar behoud.
De grootste uitdaging? Zonder twijfel: de enorme dakoppervlakken en de installatie van talloze badkamers – in een gebouw dat daar oorspronkelijk helemaal niet voor ontworpen was. Dat is niets wat je zomaar even plant en uitvoert. Daarvoor heb je sterke zenuwen, een goed team en een flinke dosis geduld nodig.
7. Wat maakt juist deze plek – ver weg van de grote steden – zo bijzonder voor uw gasten?
Een landhuis exclusief voor jezelf en je gasten huren is een unieke ervaring – en precies dat maakt Landhuis Beesenstedt zo bijzonder. Weg van de drukte van de stad vinden onze bezoekers hier iets wat tegenwoordig zeldzaam is geworden: rust, ruimte en de vrijheid om hun verblijf volledig naar eigen wens vorm te geven.
Of het nu in de historische eetzaal is, in de uitgestrekte tuin, aan de bar, in de club, in de spa met zwembad of – voor de moedigen – in de oude kerker: de diversiteit aan ruimtes nodigt uit om je te laten meevoeren, nieuwe dingen te ontdekken en bijzondere momenten te beleven.
8. Is er een evenement dat u bijzonder is bijgebleven? Een moment waarop u dacht: Daarvoor hebben we dit gedaan?
Ja, dat is er. In het bijzonder herinner ik me de “Witte Nacht”, die het Centraltheater Leipzig in het voorjaar van 2013 op Landhuis Beesenstedt organiseerde. Het hele landhuis werd de hele nacht lang in wit licht gehuld met indrukwekkende lichtinstallaties – een betoverend decor voor een bijzondere theateravond.
Door het hele gebouw vonden ensceneringen en theatrale lezingen plaats rond Russische schrijvers, onder andere Tolstoj, voor wie ik zelf een grote voorliefde heb. In de tuin werd tegelijkertijd een ruwe versie van een “Oorlog en Vrede”-film vertoond, die de dagen daarvoor hier ter plekke was opgenomen.
In mijn privébibliotheek staat veel Russische literatuur. Deze “Witte Nacht” was voor mij een avond waarop het landhuis op een heel bijzondere manier tot leven kwam. Een onvergetelijke belevenis – voor de theatermakers, de gasten en ook voor mij persoonlijk.

9. Hoe hebt u het landhuis veranderd – en wat hebt u er heel bewust aan gelaten zoals het was?
Al zeventien jaar woon ik met mijn gezin op Landhuis Beesenstedt. In een van de vleugels hebben we een privéwoning ingericht – een plek van rust, vooral voor de kinderen, die privacy biedt en tegelijkertijd midden in het gebeuren blijft.
Bij de verdere ontwikkeling van het landhuis was het voor mij belangrijk om respectvol met de historische structuur om te gaan – en tegelijk eigentijdse elementen te integreren. Zo ontmoet classicistische architectuur vandaag moderne inrichting, een moderne bar staat tegenover verfijnde houten lambrisering, en een spa met zwembad verbindt op elegante wijze het hoofdgebouw met de bijgebouwen.
Daarnaast hebben we veel geïnvesteerd in de technische infrastructuur: installaties, elektriciteit, leidingen – alles is vernieuwd om aan de eisen van deze tijd te voldoen.

10. Wat raadt u anderen aan die overwegen een historisch landgoed open te stellen voor evenementen of cultuur?
Allereerst: laat het perfectionisme los. Wie een historisch landgoed overneemt, moet niet proberen om vanaf het begin alles tot in de puntjes te plannen of uit te denken. Veel belangrijker is het om er eerst in te trekken, de plek te leren kennen – ermee mee te groeien.
Bij de ontwikkeling van Landhuis Beesenstedt heb ik me sterk laten inspireren door de architectuurtheoreticus Christopher Alexander en zijn werk A Pattern Language. Volgens zijn benadering openbaren ruimtes zich niet in één keer, maar stap voor stap. De beslissing wat waar komt, ontstaat in dialoog met het gebouw – niet tegen, maar samen met zijn geschiedenis en structuur.
Zo ontstaat na verloop van tijd een sfeer die niet kunstmatig overkomt, maar uit de plek zelf is gegroeid. Wie zich openstelt voor dat proces, kan een landgoed creëren dat niet alleen esthetisch, maar ook emotioneel werkt – zowel voor de gastheer als voor de gasten.
11. Hoe verandert je kijk op een kasteel als je er niet alleen van droomt, maar plotseling de verantwoordelijke bent?
Een kasteel bezitten klinkt voor velen als een romantische droom – maar in de realiteit wordt het al snel een complex bedrijf. Passie alleen is niet genoeg: die moet samengaan met bedrijfseconomisch inzicht. Het gaat om organisatie, onderhoud, gastenservice, financiën – en om mensen.
Of het nu 1915 of 2025 is: een landgoed van deze omvang kan alleen met een team worden geleid. Onze medewerkers – velen wonen zelfs op het terrein – voelen zich sterk verbonden met de plek. Zij dragen het kasteel niet alleen, zij vormen het mee. Hun betrokkenheid is een van de belangrijkste redenen waarom deze plek zo levendig blijft.
Mijn rol is niet alleen manager zijn, maar ook verantwoordelijkheid nemen voor het team – zowel professioneel als menselijk. De hiërarchieën zijn misschien veranderd ten opzichte van vroeger, maar in de kern blijft het hetzelfde principe.
12. Welke rol speelt persoonlijke passie bij een project dat zoveel tijd, geld en energie vergt als een kasteel?
Een cruciale rol. Zonder passie draag je een project als dit niet jarenlang – en al helemaal niet door de hoogte- en dieptepunten die er onvermijdelijk bij horen. Zelf heb ik een tijd in Los Angeles gewoond omdat ik afstand wilde nemen en in een totaal andere wereld wilde duiken. Maar uiteindelijk bracht juist dat me weer terug: de bijzondere energie van deze plek, de vrijheid die het mogelijk maakt en de verbinding die veel verder gaat dan puur eigendom.

13. Waaraan herkent u dat een gast echt geraakt is door deze plek? Zijn er typische reacties wanneer mensen hier voor het eerst aankomen?
Ik merk vaak dat mensen stil worden bij aankomst. Velen staan even stil en kijken aandachtig rond. Soms duurt het een paar minuten voordat ze echt aankomen – alsof ze zich eerst moeten openstellen voor de bijzondere sfeer.
Iemand is echt geraakt als hij terugkomt – of er anderen over vertelt. Ik maak geen reclame. Alles wat hier gebeurt, ontstaat door mond-tot-mondreclame – door aanbevelingen, uit oprechte enthousiasme. Het kasteel leeft ervan dat mensen het verder vertellen.
14. Hoe belangrijk is het kasteel als identiteitsanker voor de regio – en hoe merkt u dat in het dagelijks leven?
Omdat het kasteel privé wordt beheerd en vooral als evenementenlocatie dient, neemt het in de regio een iets andere rol in dan bij een museale exploitatie het geval zou zijn. Als identiteitsanker in de klassieke zin wordt het minder ervaren.
15. U concurreert niet met stadshotels, maar met dromen. Hoe positioneert u zich dan als aanbieder?
Dat doet u door te focussen op wat een klassiek kasteel niet kan bieden: sfeer, geschiedenis en het gevoel deel uit te maken van iets bijzonders. Wie hier komt, zoekt geen bed om te overnachten, maar een plek met ziel. Het gezegde van Johann Wolfgang von Goethe – architectuur is als bevroren muziek – is de leidraad voor het kasteel, met ruimtes die klinken, nagalmen en raken. Wij brengen geen luxe ten tonele, maar nodigen uit tot een moment van vertraging, dat mensen bijblijft – juist omdat het niet alledaags is.
Hartelijk dank aan meneer Armin Mey voor het bijzondere interview en de boeiende inzichten rondom Schloss Beesenstedt.
Het gesprek werd in mei 2025 gevoerd door makelaar Inga Rück uit Berlijn.
